De eenwieler of fiets met één wiel heeft geen versnelling, geen ketting en geen rem. Je moet blijven trappen om te rijden. 

De geschiedenis van de eenwieler begon met de uitvinding van de fiets in de 19^de eeuw. De eerste loopfiets werd ontworpen door de Duitser Karl Drais en bestond uit een houten balk met twee wielen en een stuur.

De Fransman Pierre Michaux verbeterde het ontwerp in 1867 door krukken en pedalen aan het voorwiel toe te voegen. De vélocipède was geboren. Rond 1870 ontwierp James Starley een unieke fiets die de hoge bi of penny-farthing wordt genoemd en die is opgebouwd uit een zeer groot voorwiel en een klein achterwiel. Deze fiets vormde de inspiratie voor de ontwikkeling van de eenwieler.

Vroeger werd eenwieleren vaak enkel als een gekke circusact of een kunstje gezien, maar de laatste jaren groeide het eenwieleren echt helemaal uit tot de jongste wielersport!